Epilepsie bij honden
Epilepsie komt net als bij mensen ook bij honden voor.
Wat is epilepsie bij honden?
Hieronder verstaan we het herhaald optreden van epileptische aanvallen. Meestal komen deze met een zekere regelmaat terug, soms kan het ook bij een enkele aanval blijven.
Epilepsie komt in werkelijkheid veel vaker voor dan we denken, het wordt namelijk niet altijd als zodanig herkend en ook niet in alle gevallen door de eigenaar opgemerkt. Niet elke aanval is hetzelfde en duurt even lang.
Er zijn twee vormen van epilepsie bij honden, katten en andere dieren.
- Partiële aanvallen
Bepaalde delen van het lichaam zijn betrokken (stuiptrekken, zenuwtrekjes); - Gegeneraliseerde aanvallen
Het meest bekend: omvallen, bewustzijnsverlies, stijf worden van de poten, krampen van het hele lichaam, urineverlies.De echte epileptische aanval duurt meestal kort: seconden tot minuten. Bij een hevige epileptische aanval kan het volgende worden waargenomen bij je hond:
- Omvallen en bewustzijnsverlies
- Hevige krampen over het hele lichaam
- Krampachtige bewegingen met de poten
- Klapperen met de kaken, Schuimbekken
- Janken, gillen of piepen
- Verlies van urine en ontlasting.
Epileptische aanvallen bij honden
In de normale situatie worden in de hersenen een heleboel signalen ontvangen, deze moeten verwerkt en weer op de juiste manier verzonden worden. De hersenen zitten heel ingewikkeld in elkaar, dus het is wel duidelijk dat het niet altijd goed hoeft te gaan.
Onder bepaalde omstandigheden zijn er zoveel signalen tegelijk, dat de hersenen dat op dat moment niet kunnen verwerken.
De signalen worden niet voldoende afgezwakt, waardoor ze gaan ophopen. Uiteindelijk komt het tot een uitbarsting, een soort “kortsluiting” en een aanval is ontstaan.
Het type aanval is afhankelijk van de plek in de hersenen waar het ontstaat en hoe groot de uitbarsting is.
Welke soorten epilepsie kennen we bij honden
We kunnen epilepsie onderverdelen in twee soorten.
- Primaire epilepsie zonder aanwijsbare oorzaak;
- Secundaire epilepsie met aanwijsbare oorzaak.
De primaire vorm is eigenlijk de ware epilepsie en komt dan ook verreweg het meeste voor, we noemen dit ook wel idiopatische epilepsie.
De secundaire vorm kent tal van oorzaken, denk hierbij bijvoorbeeld aan hersenaandoeningen, virussen, vergiftigingen, te laag suikergehalte, leverziekte en zo zijn er nog wel andere oorzaken te noemen die echter minder van belang zijn.
Diagnose van epilepsie bij honden
De diagnose is vaak lastig te stellen, mede ook omdat de dierenarts vaak op het verhaal van de eigenaar af moet gaan, de aanval is bij bezoek namelijk al lang voorbij.
Op zoek naar een oorzaak
Primaire epilepsie komt voor op een leeftijd van een half jaar tot een jaar of vijf. Verder wordt de diagnose gesteld door alle andere oorzaken uit te sluiten.
Er is ook bekend dat zeker de primaire epilepsie gedeeltelijk erfelijk is en dat bepaalde hondenrassen gevoeliger zijn.
Wat te doen als U hond een Epileptische aanval krijgt !
Deze fase van de aanval kan enkele minuten duren en er zeer alarmerend uitzien. Duurt de aanval langer dan 10 minuten, dan spreken we van status epilepticus en dient u altijd een dierenarts te bellen.
Een epileptische aanval is niet te stoppen. Het is belangrijk te beseffen dat uw hond tijdens een epileptische aanval buiten bewustzijn is. Hij of zij kan zich later van de aanval niets herinneren. Blijf rustig, raak uw hond niet aan.
Hij of zij kan u per ongeluk bijten/verwonden.
Bel uw dierenarts als de aanval langer duurt dan 10 minuten.
1: Zorg ervoor dat je hond geen verwondingen oploopt
Indien mogelijk, verwijder alle objecten waar de hond tegenaan kan botsen (bijv. koffietafels) of in verstrikt kan raken (bijv. kabels of draad). Als je hond zich boven aan de trap bevindt, zorg ervoor dat het dier niet naar beneden kan rollen.
PROBEER NIET de kop van je hond vast te houden of de tong uit de mond te trekken. Honden slikken hun tong niet in, maar kunnen je tijdens een ongecontroleerde bewegingen wel per ongeluk bijten.
2: Verwijder ‘stimulerende prikkels’
Het is belangrijk dat je hond bij een aanval zo min mogelijk wordt blootgesteld aan prikkels. Probeer het licht in de ruimte waarin de hond zich bevindt te dimmen, sluit de gordijnen, zet radio of televisie uit en probeer zo min mogelijk te praten en zeker niet te schreeuwen. Ook is het verstandig om jonge kinderen uit de buurt van je hond te houden.
3: Bepaal de tijdsduur van de aanval
Hoewel over het algemeen een epileptische aanval enkele minuten duurt, lijkt het voor een toeschouwer gevoelsmatig vaak veel langer te duren. Daarom is het belangrijk om de tijdsduur van een aanval op te nemen. Dit helpt jou en je dierenarts beter te bepalen of er spoedeisende hulp nodig is, om zo’n aanval met (aanvullende) medicatie te stoppen.
Als je hond een aanval heeft van meer dan 5 minuten, of wanneer hij/zij meerdere aanvallen per dag krijgt, neem dan direct contact op met de dierenarts.
4: Maak een video-opname van je hond tijdens een aanval
Het kan heel nuttig zijn om een video-opname te maken van je hond op het moment dat hij/zij een aanval krijgt. Dit kan je doen met een smartphone. Epileptische aanvallen bij honden variëren in type, mate van lichamelijke activiteit en tijdsduur.
Een video-opname kan je dierenarts helpen alle informatie te krijgen die hij/zij nodig heeft om je hond te helpen.
5: Blijf bij je hond
Na de aanval kan je hond een bepaalde periode gedesoriënteerd (verward) zijn. Het is verstandig om na een aanval bij je hond te blijven. En verwijder alle objecten waaraan de hond zich kan verwonden. Laat hem/haar ook niet de trap af gaan totdat zijn/haar coördinatie volledig is teruggekeerd.
6: Houd een epilepsiedagboek bij
Het is nuttig om de aanvallen nauwkeurig bij te houden en te beschrijven. Zo is het voor je dierenarts eenvoudiger om een patroon in de aanvallen te ontdekken, een behandeling te kiezen of advies uit te brengen. Het kan de dierenarts ook helpen om te beoordelen of de behandeling goed is aangeslagen. Of dat het advies wellicht nog aangepast moet worden.
7: Blijf kalm en rustig
Blijf rustig, ga de hond niet troosten door hem te aaien.
De hond kan zijn ontlasting laten lopen, omdat hij geen controle over zijn lichamm heeft.
Na een tijdje stopt de aanval en kan de hond soms enkele minuten tot uren, zelfs dagen nog verward zijn.
Laat de hond de komende tijd niet teveel inspannen. Houdt hem de komende dagen in de gaten.
Het gedrag kan veranderd zijn de komende tijd, of de hond wordt erg rustig of juist heel actief.
Bespreek altijd de situatie met de dierenarts !
De diagnose
Bij het stellen van de diagnose wordt er eerst goed nagevraagd, er volgt een goed lichamelijk onderzoek en vaak wordt het afgesloten met een volledig bloedonderzoek.
In bepaalde gevallen, als er bijvoorbeeld een oorzaak in de hersenen vermoed wordt, kan de dierenarts de hond doorsturen voor het maken van een hersenscan, maar dit is zeker niet iets dat standaard gebeurt.
Wanneer behandel je epilepsie bij honden ?
Wanneer wordt er nu tot behandeling over gegaan? Bij een eerste aanval die kort heeft geduurd meestal nog niet, pas als er in korte tijd meer aanvallen komen of de aanvallen te lang duren, dan besluit de dierenarts vaak tot het geven van medicijnen.
Het gaat hierbij vaak om het middel phenobarbital. Dit is een middel wat de prikkels in de hersenen afzwakt waardoor de kans kleiner wordt dat er een aanval kan ontstaan.
In het begin moet de dierenarts zoeken naar de juiste dosering, dit gebeurt aan de hand van bloedonderzoek.
Controle van waarden
De lever- en nierwaarden van het bloed worden gecontroleerd, alsmede de hoeveelheid medicijn phenobarbital. Als dit uiteindelijk allemaal goed is, hoeft de hond niet zo vaak meer op controle en kan er prima mee geleefd worden.
Vermoed u dat uw huisdier een epileptische aanval heeft gehad? Onthoud de symptomen en controleer of deze in combinatie met een of meerdere oorzaken recent zijn gebeurd.
Uw dierenarts kan op deze manier een zo duidelijk mogelijk ziektebeeld schetsen.