Wormen

De ontwikkeling van wormen

Een groot deel van onze honden en katten is met wormen besmet. Zelfs onder de meest hygiënische omstandigheden, kan een hond of kat besmet raken met wormen en deze besmetting verder doorgeven. Door het intensieve contact van mens en huisdier, is het zelfs mogelijk, dat mensen besmet raken met bepaalde wormsoorten. Het is dus belangrijk om op uw hoede te zijn voor wormen en uw huisdier regelmatig te ontwormen.
Wormen bij honden bestaan in verschillende soorten en maten, welke in twee groepen kunnen worden verdeeld: rondwormen en lintwormen.

Rondwormen.
Rondwormen zijn draadvormige wormen met puntige uiteinden.
De besmetting van honden en katten hangt af van de wormsoort en kan op verschillende manieren geschieden:

Jonge dieren worden besmet voor de geboorte via de moederkoek, of vlak na de geboorte via de moedermelk. Een teef, die éénmaal besmet is geweest, kan tot drie opeenvolgende nesten pups besmetten.
Huisdieren kunnen zich besmetten door het opnemen van de parasieten via uitwerpselen afkomstig van besmette soortgenoten. Besmette uitwerpselen bevinden zich vaak in publieke parken en zandbakken. Zo kunnen dieren, die niet rechtstreeks in contact komen met soortgenoten, toch besmet raken.
Sommige wormsoorten (bepaalde haakwormen) dringen via de huid naar binnen. Deze wormsoorten komen voor in Zuid-Europa en kan men aantreffen bij honden, die tijdens een vakantie deze besmetting hebben opgelopen.
Sommige rondwormen worden overgedragen door ‘toevallige gastheren’. Wanneer knaagdieren (bijv. muizen) besmette uitwerpselen opnemen, ‘bewaren’ zij de wormlarve totdat ze zelf ten prooi vallen aan een hond of kat.

 

Lintwormen.
Lintwormen danken hun naam aan hun lange, platte vorm. De lintworm bestaat uit een kop, een hals en een lichaam dat uit een aantal schakels bestaat. Lintwormen gaan niet rechtstreeks over van het ene besmette huisdier naar het andere. Huisdieren moeten een besmette tussengastheer opnemen. Ze ontwikkelen dan een volwassen lintworm in de darm. Deze volwassen lintworm stoot steeds zijn laatste (rijpe) schakels af, die gevuld zijn met lintwormeieren. Zo worden tussengastheren telkens opnieuw besmet. Lintwormen gebruiken diverse dieren, o.a. vlooien als tussengastheer. Indien een hond of kat een besmette vlo doorslikt, wordt hij tevens besmet met lintwormen

Een lintworminfectie bij honden wordt over het algemeen overgebracht door vlooien. Het is dus niet afdoende om een hond die een lintworminfectie heeft alleen maar te ontwormen. Ook de vlooien moeten bestreden worden. Anders is de kans op her infectie heel groot. Een lintworm op zich is voor honden niet schadelijk maar moet wel behandeld worden. Kenmerkend hierbij zijn de rijstekorrel achtige geledingen in de ontlasting, rond de anus of zelfs op de plaats waar de hond veel ligt. In deze geledingen zitten weer vele eitjes die opnieuw voor besmetting kunnen gaan zorgen.

Veel dieren die last hebben van lintworm eten geweldig veel, anderen eten juist helemaal niet. Het dier heeft vaak buikpijn of jeuk aan het achterwerk wat zich uit in het zgn. ‘sleetje rijden’.


Zweepwormen.
Een zweepwormen infectie komt meestal vanuit de omgeving en zien we vooral in kennels. Een besmetting is zeer hardnekkig en na uitscheiding blijft het infectiegevaar langere tijd aanwezig. Bij het ontwormen wordt een middel gegeven dat alle soorten wormen aanpakt.

Hartwormen.
De hartworm is een zeer levensbedreigende parasiet voor uw puppy. Deze parasiet wordt overgebracht door muggen, dus iedere hond kan gevaar lopen. Hartwormen komen met name voor in warme gebieden zoals Zuid – Europa en het zuidoosten van de Verenigde Staten. De hartworm lijkt zich echter uit te breiden naar de meer gematigde klimaten. Ook in Nederland komt deze infectie af en toe voor, bijvoorbeeld bij honden die in Zuid-Europa zijn geweest.
Veel jonge dieren hebben last van een wormbesmetting. Zij kunnen reeds voor hun geboorte via de moederkoek zijn besmet of na de geboorte via de moedermelk. Het is bij jonge dieren dan ook van groot belang ze regelmatig te ontwormen. Oudere dieren moeten 3 à 4 maal per jaar worden ontwormd.

Spoelwormen.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat bijna iedere pup besmet raakt met spoelwormen. Hier kan de fokker niets aan doen. In het lichaam van volwassen honden bevinden zich larven die onbereikbaar zijn voor ontwormingsmiddelen en die eigenlijk in een soort “slaaptoestand” verkeren. Niemand heeft hier last van. Tijdens de dracht worden de larven echter weer wakker waardoor de pups al in de baarmoeder besmet worden. Na de geboorte zet deze besmetting zich door via de moedermelk. Omdat een larve ongeveer twee weken nodig heeft om zich te ontwikkelen kunnen de pups na twee weken al wormeneieren via de ontlasting gaan uitscheiden en hiermee de omgeving besmetten. Het is dus zaak dat de pups op een leeftijd van twee a drie weken ontwormd worden. Omdat de besmetting via de moedermelk nog steeds doorgaat zal dit op vier en zes weken nogmaals gedaan moeten worden. De moederhond ruimt de ontlasting van de pups op en kan hierdoor dus ook besmet raken. Dit betekent dat ook de moederhond ontwormd moet worden op het moment dat de pups hun behandeling ondergaan. Anders kun je wel aan de gang blijven. Ontwormen tijdens de dracht heeft alleen zin voor het verminderen van de omgevingsbesmetting. Helaas blijven pups “besmet” geboren worden.
Spoelwormen lijken, in de ontlasting of in braaksel, een beetje op elastiekjes.

Haakwormen.
Meestal zult u deze weinig voorkomende infectie niet opmerken bij uw hond. Regelmatig ontwormen met een middel tegen Spoelwormen bestrijd in de regel ook de haakwormen. Als de teef wordt ontwormd voordat ze gedekt wordt verkleint men het risico van besmetting van de pups. Wormen boren zich door de weefsels heen hetgeen beschadiging veroorzaakt.
Omdat haakwormen bloed zuigen veroorzaken ze bloedarmoede. Vooral voor jonge of verzwakte dieren kan bloedarmoede dodelijk zijn.


De behandeling tegen wormen.

Een met wormen besmet dier vertoont één of meer van de volgende symptomen: een doffe vacht, vermagering, lusteloosheid, een dik buikje (vooral bij jonge dieren), een verstoorde vruchtbaarheid, een verminderde weerstand en vitaliteit. Hoesten, braken, diarree of verstopping kunnen ook tekenen van wormbesmetting zijn. Bij pups leidt een wormbesmetting vaak tot een longontsteking. Spoelwormen kunnen worden aangetroffen in braaksel en ontlasting. Lintwormen laten in de ontlasting schakels van het lichaam achter die in sommige gevallen op witte rijstkorrels lijken.

Net als bij andere parasieten geldt ook bij wormen dat voorkomen beter is dan genezen. Regelmatig ontwormen maakt de kans op besmetting van het dier zo klein mogelijk. Een extra wormkuur is nodig als de hond of kat naar een pension of kennel gaat. Tevens dient men zowel het dier als zijn omgeving vlovrij te houden en het voeren van rauw vlees proberen te vermijden.

Ontworm middelen bestaan in verschillende soorten. Het is belangrijk te kijken of zowel rondwormen als lintwormen door het middel worden bestreden. Voor alle producten geldt, dat zij regelmatig moeten worden herhaald en dit naargelang de leeftijd van het dier, de graad van her besmetting en de levenscyclus van de parasiet. Bij ontwormen is het tevens belangrijk te kiezen voor een middel, dat geschikt is voor de bestrijding van zowel rondwormen als lintwormen.

Gevaar voor mens en dier.

Ook wij mensen kunnen besmet raken met wormen, nl. op de volgende manieren:

In de omgang met hond of kat krijgt de mens eitjes, die in de vacht van het dier zitten, via de mond naar binnen.
Kinderen die spelen op plaatsen waar vaak dieren (uitwerpselen) zijn lopen gemakkelijk een besmetting op.
Haakwormen kunnen ook bij de mens direct door de huid heen dringen.
Wormen kunnen het leven van zowel dier als mens behoorlijk zuur maken.
Wormen ondermijnen het afweersysteem tegen ziekten.Mogelijke gevolgen van wormen bij mensen kunnen zijn:
Spoelwormen verwoesten de organen als ze zich via de bloedbaan door het hele lichaam verspreiden. Vooral bij de lever, het zenuwstelsel en het oog kunnen ernstige besmetting ontstaan. Kinderen hebben de meeste last van een besmetting met spoelwormen.
Haakwormen infecteren de huid van volwassen mensen en kinderen, hetgeen rode, sterk jeukende ontstekingen oplevert.
De lintworm kan in de dunne darm uitgroeien tot een lengte van 50 cm. Bij sterke besmetting ontstaan buikpijn en diarree met bloedverlies en gewichtsverlies als gevolgen.